UIT DE EERSTE HAND 2 - DE ROMEINEN
2004 - Damon, Budel
Uit oogpunt van gemak en overzichtelijkheid worden de Grieken en Romeinen nogal eens op één hoop gegooid: de Klassieke Oudheid. Toch zijn de verschillen tussen de Romeinen (ambtenaren en militairen) en de Grieken (denkers en dichters) waarschijnlijk groter dan de overeenkomsten. Niet alleen vanuit ònze, moderne optiek. Een sprekend getuigenis daarvan geeft de Romeinse keizer Hadrianus (76 - 138 n.Chr.). Meer gericht op het oosten dan op het westen, liever Grieks dan Latijn sprekend, met meer belangstelling voor Helleense kunst en architectuur dan voor die uit eigen contreien, en met een baard om op een Griekse filosoof te lijken, wilde Hadrianus, zoekend naar een ‘hogere vorm van zijn’, zo veel mogelijk doorgaan voor een Griek. De keizer moet zich in zijn ambitie een heel eind geslaagd geweten hebben.
Marguerite Yourcenar laat Hadrianus in zijn (haar) ‘gereconstrueerde’ memoires verslag doen van de inwijding van het door hem voltooide Olympieion, de grote Zeustempel in Athene: Daar was het dat Griekenland mij die goddelijke roepnamen verleende waarin ik zowel een bron van prestige als het geheimste doel van mijn levensarbeid zag: Olympiër, Meester van het Al. En de schoonste, de moeilijkste om te verdienen van al deze titels: Joniër. Ik had samengewerkt met de eeuwen, met het Griekse leven zelf; het gezag dat ik uitoefende was minder een macht dan een geheimzinnig, boven de mens uitgaand vermogen, maar dat slechts door tussenkomst van een menselijke persoon doeltreffend kon werken; het huwelijk tussen Rome en Athene was voltrokken; het verleden hervond een uitzicht naar de toekomst.
Door Athene tot bruid te nemen trouwden de Romeinen bij de Grieken in. Niet op huwelijkse voorwaarden, maar in gemeenschap van goederen, om aldus aanspraak te kunnen maken op het (culturele) familiekapitaal van Hellas en, zoals Vergilius en Livius dat al hadden gedaan, op een gemeenschappelijk verleden.
Dat de Romeinen nooit de hoogte van de Grieken bereikt hebben, is een even gratuite als hardnekkige opvatting - meer verantwoord en zeker zo charmant is het de Romeinen ‘anders’ te noemen. Toch is de opvatting dat de Romeinen zich de minderen van de Grieken gevoeld hebben niet alleen een oordeel achteraf. De Romein Cicero zegt woordelijk: ‘Inzake theorie en literaire cultuur in al haar aspecten is Griekenland altijd onze meerdere geweest.’ Om daar onmiddellijk en snedig aan toe te voegen: Nu was het niet moeilijk ons daarin de baas te zijn, omdat wij niet concurreerden.
Inderdaad, de Romeinen hadden andere prioriteiten - Cicero nogmaals: Het leefpatroon namelijk dat wij hebben, de manier waarop wij ons bestaan inrichten, ons huis en ons gezin beheren, is beter in de zin van: solieder en voornamer. En het staat ook vast, dat onze voorvaderen de samenleving met betere instellingen en wetten hebben georganiseerd. Wat militaire aangelegenheden betreft kan ik kort zijn: hierin hebben de onzen veel gepresteerd, zowel door hun dapperheid als ook, en zelfs nog meer, door hun kennis van zaken. Wat zij zich door een natuurlijke aanleg, niet door theoretisch kennen hebben eigen gemaakt, daarvan wordt noch bij de Grieken, noch bij enig ander volk iets vergelijkbaars aangetroffen. Want was er ooit bij enig volk zoveel ernst, zoveel volharding, grootmoedigheid en beproefde trouw, was er ooit een zo grote degelijkheid in alle opzichten, dat zij met die van onze voorvaderen te vergelijken is?
Dit tweede deel van de reeks Uit de eerste hand is een bloemlezing van de belangrijkste geschriften van de Romeinen. Een bloemlezing zoals de Villa Adriana die een is, Hadrianus’ beroemde landgoed iets buiten Rome, waar de keizer alles wat hem lief was bijeenbracht en het beste en het mooiste van zijn rijk - van gebouwen tot landschappen - liet nabouwen of nabootsen.
Keizer Hadrianus | Hadrianus’ Isoletta | Plattegrond Isoletta |
Daar, ver weg van het drukke Rome, kon Hadrianus zich laten gaan in ‘de melancholie van het verlangen’ en zich terugtrekken op zijn isoletta, gelegen tussen Latijnse en Griekse bibliotheek: een marmeren eilandje in het midden van een door zuilengangen omringde vijver, een geheime kamer, door een draaibrug, zo licht dat ik hem met één hand in zijn rails kon voortbewegen, met de oever verbonden, of liever er van gescheiden. […] op het uur van de siësta begaf ik mij erheen om te slapen, te dromen of te lezen.
INHOUDSOPGAVE
0 - VOORWOORD
I - FILOSOFIE
- Lucretius
- Seneca
- Marcus Aurelius
II - RETORICA
- Quintilianus
- Cicero
III - LITERATUUR
- Catullus
- Vergilius
- Horatius
- Ovidius
- Martialis
- Phaedrus
- Petronius
- Juvenalis
IV - DRAMA
- Plautus
- Terentius
- Seneca
V - GESCHIEDSCHRIJVING
- Julius Caesar
- Livius
- Tacitus
- Suetonius
- Plinius de Oudere
- Plinius de Jongere
- Ammianus
VI - VAKWETENSCHAP
- Galenus
- Vitruvius
VII - VROEG CHRISTENDOM
- Apocriefen
- Flavius Josephus
- Prudentius
- Eusebius
- Hiëronymus
- Augustinus
- Pseudo-Dionysius
- Boëthius
VIII - TIJDTABEL
ISBN 9789055735570
gebonden
geïllustreerd
15 x 22 cm
€ 19,90